DE NEDERLANDSE MIEREN nlmieren.nl
HOME- SITEMAP
DE BOOMMIER - Lasius brunneus, gek op badkamers
  boommierkop  


Er zijn maar enkele mierensoorten in Nederland die hun nest bij voorkeur in levende bomen maken: de glanzende houtmier, de boomslankmier, de bosslankmier en de boommier. Het eigenaardige is dat boommieren bovendien graag achter de betegeling van badkamers huizen!

Herkennen
Onder de grauwe mieren (genus Lasius) heb je mieren met en mieren zonder behaarde schenen en eerste voelsprietlid. De boommier behoort tot de laatste groep. Boommieren onderscheiden zich van hen (de mergelmier, de buntgrasmier en de plaagmier) doordat ze tweekleurig zijn: achterlijf donker, kop wat lichter (bruin) en borststuk nog lichter (bruin).

Het nest
Via aangetast of dood hout dringt de boommier de boom binnen, dikwijls via uitvliegopeningen van kevers. Een geliefde plek om in het hout van de boom te komen is daar waar de schors op houdt: aan de voet van de boom. Dit zie je vooral als het zand rond de boom zich heeft teruggetrokken. Dit schijnt het gevolg te zijn van graafactiviteiten van dassen, die hier op zoek zijn naar bepaalde vliegenlarven (mededeling B. Brugge). In het hout wordt een gangenstelsel uitgeknaagd.

Niet zeldzaam
Boommieren zijn schuw. Bij nadering trekken ze zich terug in de spleten van de schors, waardoor ze onzichtbaar worden. Zeldzaam zijn ze niet, maar ze worden over het hoofd gezien.

De eerste signalen
Vaak worden eerst vliegende mieren in huis gezien. Dat zijn de 'prinsessen' en mannetjes. Die zoeken zelf een weg naar buiten, kunnen de opening niet vinden waardoor de werksters naar buiten gaan en komen zo in huis terecht. Meestal duurt een uitvliegperiode niet zo lang. In de de vrije natuur hoogstens een week, maar in huizen blijven ze hangen, omdat ze geen uitweg hebben.

Badkamers en andere vochtige ruimten
Boommieren houden van een enigszins vochtige omgeving. In huizen zoeken ze warmte en vocht. Badkamers zijn ideaal: achter de tegels is het relatief warm en via minimieme scheurtjes in de betegeling kan er vaak vocht weglekken. Het nest zit dan in vochtig hout of in het isolatiemateriaal. Ook onder (vochtig) dakhout en in isolatiemateriaal dat vochtig is geworden kunnen boommieren hun nest hebben..

De overlast te lijf gaan
Bestrijding van boommieren met mierenlokdoosjes werkt niet, omdat er relatief weinig boommieren het huis binnen komen. Als zij het gif uit het lokdoosje het nest in brengen, zal maar een klein deel van de werksters uitsterven. Dit geldt vaak ook voor professionele bestrijdingsmiddelen zoals Maxforce Quantum Gel.
Een afdoende methode om de boommier definitief kwijt te raken is het nest verwijderen. Maar dan moet je wel weten waar het nest zit. Helaas is slecht te bepalen waar dat precies zit. Als je het (vrij) zeker weet, kan je er alleen bij als je gaat slopen. Doe je dat niet, dan kan de overlast toenemen. Bovendien blijf je dan zitten met hout dat gaat rotten of isolatiemateriaal dat zijn functie verliest.
Een boommierkoningin kan gemakkelijk tien jaar oud worden en in de periode van haar leven wordt de kolonie alsmaar groter: duizenden mieren.
Dus: het boommier-vrij maken van je huis vraagt om een bouwkundige activiteit.

Ook elders in huis mogelijk
Boommieren kunnen ook in de houtenbalken onder de vloer hun nest hebben. In zo'n geval is het aan te raden de balk waar de boommieren hun nest in hebben te verwijderen en door een nieuw balk(deel) te vervangen. Dit stuk hout is immers verrot en dus niet meer functioneel.
Boommieren kunnen ook onder stenen in de aarde hun nest hebben en daar blijken ze ook te kunnen overwinteren.

Ze zoeken hun eten buiten
Boommieren melken luizen. Die luizen bevinden zich in bomen bij het huis. Deze boom weghalen zal in het algemeen niet helpen, want de mieren zoeken dan een andere boom.
Wel is te proberen (daar is geen enkele ervaring mee!!) om op die plaats de mieren te bestrijden met mierenlokdoosjes of meer professionele middelen. Het bestrijdingslokmiddel plaats je op de plek waar de mieren van binnen naar buiten gaan. Gelijktijdig zorg je er dagelijks voor dat de route naar de boom wordt verstoord. Dat kan je doen door die flink om te harken of met een oplossing te bevochtigen die er voor zorgt dat de grond daar anders gaat ruiken. De mieren weten daardoor hun boom niet meer te vinden en gaan mogelijk over op het voedsel (het bestrijdingslokmiddel) dat jij hun aanbiedt.
Mocht een dergelijke oplossing bij jou succesvol zijn, dan zou ik dat graag willen weten.

Let op:
Boommieren kunnen ook van buiten, dus uit hun nest in een boom, in huis komen. Bijvoorbeeld via de spouwmuurventilatie. Ga dit eerst na voor je actie gaat ondernemen. Als ze inderdaad van buiten naar binnen kunnen komen, voorkom dit dan (zie Lastige mieren). In principe kunnen de boommieren hun nest verhuizen van buiten naar binnen. De kans hierop is klein.

Bronnen
Boer P 2010. Mieren van de Benelux. Jeugdbonduitgeverij 's Graveland. 183 pp.

Brink T 2011. De verspreiding van de boommier (Lasius brunneus). Dierplagen 2011 (1): 10-13.
Noordijk J & Boer P 2012. Vondst van een permanent grondnest van de boommier Lasius brunneus. Forum Formicidarum april 2012: 13-15.

 
  Kop van een werkster van de boommier. Geen opstaande fijne haartjes op het eerste lid van de voelspriet. Foto: antweb.org.    
  boommierwerkster    
  Boommierwerksters zijn tweekleurig. Foto: antweb.org.    
 

schade door boommieren

Door boommieren aangetaste dakisolatieplaten. Foto: A.Laros-Krebs.

   
     
   
   
   
   

 

laatste update:28.05.2019