DE NEDERLANDSE MIEREN nlmieren.nl
HOME- SITEMAP
DE HUMUSMIER - Lasius platythorax
   

De humusmier is pas in 1991 beschreven. Ze lijkt als twee druppels water op de algemeenste mier van Nederland, de wegmier Lasius niger. Toch stellen ze beide andere eisen aan hun omgeving.

Herkennen
De humusmier is wat langer behaard dan de wegmier. Het betrouwbaarste verschil met de wegmier is het schaarsbehaarde kopschild (clypeus). Een ecologisch verschil is dat wegmieren hun nest in het zand hebben en humusmieren in organisch materiaal.

Habitat
In principe komt de humusmier overal voor in habitats met dood hout, een dikke strooisellaag, een humeuze bodem of in compacte plantenmassa’s zoals pollen van het pijpenstrootje, varens, heide en veenmos.
Vaak komen ze samen voor met de bossteekmier Myrmica ruginodis.
Op kapvlaktes nemen ze graag bezit van de boomstronken die in de grond achterblijven. Bij de compostering van dood hout spelen ze een belangrijke rol.

Vijanden
Humusmieren zijn de favoriete tijdelijke gastheren van de schaduwmier Lasius umbratus.

In het dode hout aan de voet van een overjarige berk, worden nestholten gemaakt. Houtknaagsel wordt naar buiten afgevoerd. 't Harde (GLD), 2007.

 
  Kop van een werkster van de humusmier. Foto: antweb.org    
     
  Werkster van de humusmier. Foto: antweb.org    
       
       

 

Peter Boer, laatste update: 19.03.2013