DE NEDERLANDSE MIEREN nlmieren.nl
HOME- SITEMAP
MIEREN ALS BIOLOGISCHE BESTRIJDERS

 

 

Uit een onderzoek is gebleken, dat als er een afname is van luizenhoudende mieren, de predatoren van de luizen toenemen, zodat er minder schade door luizen optreedt.

Het betreft maar een onderzoek die dit claimt. Luizenhoudende mieren eten namelijk ook luizen. Ik nam dit onder andere waar in een maisveld. In vele maisplanten hadden bosmieren Formica polyctena maisbladluizen Sitobion avenae uitgezet en gemolken. Tegelijktijd sleepten ze duizenden, vooral jonge bladluizen, naar hun kolonie. De maisplanten hadden geen zichtbaar nadeel van de bladluizen. De bosmieren voorkwamen dat de populatie bladluizen zodanige vormen aannam dat de waardplant er hinder van ondervond. Een ondergang van de waardplant is immers de ondergang van de luizenpopulatie waardoor de mieren een essentiele voedselbron moeten ontberen. Verder sleepten de bosmieren allerlei andere herbivore insecten van de maisplanten weg, waardoor schade door vraat werd ingedamd.

In een onderzoek in Engeland vond men dat bosmieren in een uur 100.000 bladluizen verzamelden en 2000 rupsen. In hetzelfde onderzoek schatte men dat de rupsen zeker 10% van het blad wegvreten. Maar als er bosmieren actief zijn, wordt slechts 1% van het blad geconsumeerd. 10% minder blad betekent voor een boom 30% minder houtgroei.

Bosmieren zijn al in de vorige eeuw bijzonder populair geworden als insectenverdelgers toen bleek dat in Noord-Duitsland 150.000 ha bos door dennenrupsen was vernield, met uitzondering van wat “eilandjes” in die bossen. Dat waren de plekken waar zich bosmieren bevonden. Daarna ontstond in het bosbeheer een tendens om zoveel mogelijk bosmieren in bossen uit te zetten. Er reden vrachtwagens vol containertjes met mierennesten door Duitsland, Zwitserland en Noord-Italië opweg naar nieuwe bestemmingen.

Een experimentje dat Schmitz (1916) beschrijft, doet vermoeden dat door wegmieren Lasius niger geadopteerde bladluizenkolonies zich veel sterker vermeerderen. De tuinbonen-met-bladluizen die bezocht werden door wegmieren hadden een oogst die slechts 1/3 was van de tuinbonen-met-bladluizen zonder wegmieren.

Er is weinig onderzoek gedaan naar de rol van mieren als biologische bestrijders. Ze lijken minder geschikt omdat ze na eliminatie van de doelsoort, snel over schakelen op een andere voedselbron of verhuizen naar een plek die als niet gewenst wordt beschouwd. Anders is dat met de tropische Oecophylla smaragdina, de wevermier, die al eeuwen (al voor het jaar 304!) actief wordt ingezet als biologische bestrijder in allerlei plantages (Van Itterbeeck, 2014), ondanks het feit dat deze mieren behoorlijk kunnen bijten!

Itterbeeck, J van 2014. De wevermier, een eetbare plaagbestrijder. Dierplagen 2014 (no2): 16-18.

 

 

 

laatste update: 20.11.2014