DE NEDERLANDSE MIEREN nlmieren.nl
HOME- SITEMAP
SCHORPIOENMIEREN - Crematogaster
     


Schorpioenmieren zijn moeilijk te verwarren met andere Nederlandse mierensoorten. Het zijn knoopmieren (dus twee knopen tussen het borststuk en het achterlijf) en een naar achteren sterk versmallend achterlijf dat in een punt uitloopt. Het achterlijf hangt als het ware aan de tweede knoop. Dit is typisch voor schorpioenmieren. Levende exemplaren buigen bij gevaar hun achterlijf omhoog: als een schorpioen.

Biologie
Zoals veel mierensoorten zijn het alleseters. De honingdauw van bladluizen vormt een belangrijke voedselbron. Ze lopen in straten naar hun luizenkolonies. De routes die ze lopen en ook hun luizenkolonies worden vaak door hen overkapt met materialen die ze aaneenkitten. Op die manier ontstaan er galerijen die vooral de luizen beschermen tegen parasieten en vijanden.

Nest
Het nest zit veelal tussen dichte bovengrondse plantenmassa's of tussen begroeide, min of meer los zittende stenen.

Exoot
Het oorspronkelijke verspreidingsgebied is Midden- en Zuidelijk Europa. Door menselijk transport worden ze onbewust meegenomen (vakantiegangers!) naar noordelijker gelegen landen zoals Nederland, waar ze zich goed kunnen handhaven en koude winters overleven. In Nederland zijn enkele gevallen bekend van grote kolonies die zich buitenshuis bevinden of waarvan de werksters buitenshuis foerageren.

Twee soorten
De meest voorkomende is de rode schorpioenmier Crematogaster scutellaris. Kop roodachtig, borststuk bruinzwart. Een minder voorkomende is de oranje schorpioenmier Crematogaster schmidti. De laatste heeft een meer gelige tot oranje kop en een deel of het gehele borststuk is eveneens van die kleur.

oranje schorpioenmier

Oranje schorpioenmier. Foto: Antweb.org.

 

 

 
  rode schorpioenmier    
  Rode schorpioenmier. Schorpioenmieren zijn te herkennen aan de typische manier waarop het achterlijf aan de tweede knoop hangt. Foto: antweb.org.    
  rode schorpioenmieren    
  De rode koppen en de spitse achterlijfjes vallen direct op. Foto: J. Billekens.    
     
   
   
   
     

 

Peter Boer; laatste update: 08.12.2021