|
Tetramorium immigrans, een zaadmier (wie bedenkt een NL-naam?), is een soort waarvan pas recent is gebleken dat ze in grote delen van Europa voorkomt. Oorspronkelijk is ze beschreven van Chili, maar Wagner et al (2017) gaan er van uit dat deze zaadmier haar roots heeft in Europa. De Noord- en Zuid-Amerikaanse waarnemingen betreffen dus importgevallen.
Tot op heden werden in Nederland twee soorten zaadmieren onderscheiden, exclusief de indoorsoorten, namelijk T. caespitum, de zwarte zaadmier en T. impurum, de bruine zaadmier. Twee soorten die lastig van elkaar zijn te onderscheiden. De nieuweling, waarvan we nog niet helemaal zeker weten dat deze in Nederland voorkomt, gaat het determineren nog lastiger maken. Alle drie behoren ze tot het Tetramorium caespitum-complex. De soorten van dit complex worden van elkaar onderscheiden met behulp van biometrische verschillen. Er is niet een biometrisch verschil dat uitsluitsel geeft! Een combinatie van deze verschillen, samengebracht in een formule, moet uitsluitsel geven, of anders DNA-onderzoek.
Toch zijn er kleine verschillen die onderscheidend kunnen zijn. Deze verschillen hebben betrekking op kleur en structuur. De verschillen staan hieronder in een vereenvoudigde determineertabel. Het is echter van groot belang steeds meerdere exemplaren van een nest te bekijken, omdat de kenmerkend overlappend kunnen zijn.
Wat het voorkomen in Nederland betreft: ik heb drie exemplaren gezien, afkomstig uit Wassenaar, verzameld door Ludo Smits, die betrekking kunnen hebben op T. immigrans. Nader onderzoek zal moeten uitwijzen of dit klopt. Hoe dan ook: T. immigrans is een serieuze kandidaat om aan de Nederlandse fauna te worden toegevoegd. |
|